Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [49]Want ik betuig aan een iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn. 49. Dit is de laatste verzegeling van de goddelijkheid van dit boek, gevoegd met een bedreiging van Christus tegen degenen, die tot dit boek iets zouden toedoen of afdoen. En dit is niet alleen een verzegeling van dit boek, maar is een slot van de gehele Heilige Schrift, daar Johannes de laatste der apostelen geweest is en geschreven heeft, gelijk in zijn Evangelie ook dergelijk besluit is, Joh.20:30,31, en Joh.21:24; en tevoren ook Mozes in zijn laatste boek dergelijk verbod van niets toe of af te doen, had gesteld; Deut.4:2, en Deut.12:32.